Paul Van Hoeydonck (° Antwerpen, 1925) is beeldhouwer, schilder, tekenaar, collagekunstenaar en graficus. Het beroemde beeldje Fallen Astronaut, het eerste kunstwerk dat op de maan staat, is aan hem te danken. Minder bekend is dat hij in de jaren ‘50 indrukwekkend abstract werk maakte. In kleurrijke, dynamische geometrische composities speelt Van Hoeydonck met de illusies van de waarneming. Door deze periode uit zijn werk te kiezen, brengt het museum de tweede generatie Belgische abstracten onder de aandacht, daar waar het tot nu toe vooral focuste op de historische avant-garde. De tentoonstelling brengt deze werken, uit zowel Belgische als buitenlandse collecties, voor het eerst samen.
Ook al is zijn naam niet los te maken van de ‘Space Art’, mogen we niet vergeten dat Paul Van Hoeydonck een belangrijke vertegenwoordiger is van de tweede generatie abstracte kunstenaars. Na de Tweede Wereldoorlog werd de abstractie na twintig jaar stilte nieuw leven ingeblazen. De na-oorlogse drang voor vernieuwing versnelde de opkomst van nonfiguratieve bewegingen. Talrijke kunstgroepen zagen het daglicht. Zo was Paul Van Hoeydonck medestichter van de Brusselse groepen ‘Art Abstrait’, ‘Formes’ en ‘Art Construit’, waarvan Jo Delahaut aan de basis stond. In 1956 en 1959 heeft hij reeds solotentoonstellingen in de beroemde Galerie Saint-Laurent en in 1961 en 1963 in het Paleis voor Schone Kunsten. Van Hoeydonck heeft een belangrijke rol gespeeld in de oprichting van de Groep 58-Hessenhuis. Deze groep Antwerpse kunstenaars wou de dynamiek van Expo 58 evenaren en zorgde voor de geleidelijke verschuiving van het artistieke zwaartepunt van Brussel naar Antwerpen.
Paul Van Hoeydonck geniet een internationale uitstraling, met tentoonstellingen in onder andere Milaan, Venetië, Düsseldorf, New York en was actief in de NUL-beweging, de Nederlandstalige tegenhanger van de Duitse ZERO-groep. In 1959 organiseerde hij de prestigieuze groepstentoonstelling “Vision in Motion – Motion in Vision”.
Niettegenstaande zijn bijdrage aan verschillende kunstgroepen, is hij altijd zijn eigen weg blijven bewandelen. Hij trachtte verder te gaan dan de zuivere geometrische abstractie: Hij verliet de strakke evenwichtige structuren om door een spel van onregelmatige vormen, in vaak felle kleuren, bewegingsillusies op te wekken. Licht asymmetrische constructies zorgen voor een dynamisch en ritmisch geheel. Zijn experimenten mondden uit in driedimensionale reliëfs, waarbij hij later het gebruik van plexiglas introduceerde. Deze nieuwe materie liet hem toe met lichtbrekingen te spelen. Beweging en licht zijn de sleutelwoorden in zijn abstract œuvre, en dit kondigt reeds zijn evolutie naar de Space Art aan.