Dit kunstwerk van de Australische kunstenaar Brook Andrew werd voor het eerst getoond op de 17e Biennale van Sydney, THE BEAUTY OF DISTANCE: Songs of Survival in a Precarious Age. Het beeld valt op door zijn monumentaliteit en door de speelse aanwezigheid, maar betekent veel meer. Het werd namelijk speciaal ontwikkeld als project om autochtonen en andere vergeten mensen die geen herdenkingsmonument hebben, te herdenken. Het daagt de bezoeker uit ‘na te denken vooraleer te springen’. Het nodigt uit kritisch na te denken over de bijna perverse paradoxaliteit van het werk: de vluchtige sensationele ervaring van een kinderattractie tegenover de eeuwige plechtigheid gesuggereerd door een oorlogsmonument.
De triomferende figuur middenin het ‘Middeleeuws’ kasteel werd geïnspireerd door de gigantische monumentale beelden uit het communistisch tijdperk. De duizelingwekkende zwart-wit Wiradjuri patronen verwijzen naar traditionele design, terwijl bungelende schedels getuigen van de handel van menselijke resten die Europa voerde ten tijde van het hoogtepunt van het Darwinisme. Deze donkere figuur symboliseert de tirannie van het machtige Europa en de verdrijving van de Aboriginals.
Breder gezien is dit hedendaags herdenkingsmonument gewijd aan alle, vaak vergeten, inheemse slachtoffers van genocides en invasies door kolonialisme. Andrew’s werk bewandelt de grens tussen het spectaculaire en het kritische. Andrew stelt de vraag in hoeverre kritisch denken mogelijk is in een tijdperk waarin de onmiddellijkheid en het sensationele primeren, en of “zintuiglijke politiek” dan net geen oplossing biedt om dit bewustzijn op een andere manier te brengen.